Vanaf 2014 duidt de variabele aan op basis van welke voorwaarden de persoon recht heeft op de verhoogde tegemoetkoming (VT). Dit kan op basis van een sociale uitkering of inkomensvoorwaarden. Aan personen die een sociale uitkering ontvangen kent het ziekenfonds automatisch de verhoogde tegemoetkoming toe. Personen die geen sociale uitkering ontvangen kunnen van de verhoogde tegemoetkoming genieten op basis van het gezinsinkomen. Zij moeten hiervoor een aanvraag indienen bij het ziekenfonds. Meer informatie over de sociale uitkeringen en inkomensgrenzen die recht geven op de verhoogde tegemoetkoming vindt u op de website van het
RIZIV. Van 2007 tot en met 2013 gaf deze variabele aan of iemand het OMNIO-statuut had. Aan de hand hiervan kon een onderscheid gemaakt worden tussen de voorwaarden die recht gaven op de voorkeurregeling. Op basis van enkel inkomensvoorwaarden was dit het OMNIO-statuut (synoniem RVV-statuut), op basis van een sociale uitkering was dit het RVV-voordeel, op basis van een hoedanigheid in combinatie met een inkomenscontrole de RVV-hoedanigheid.
CoderingAard verhoogde tegemoetkoming (vanaf 1 januari 2014)
Waarde | Betekenis |
---|
0 | Geen recht op VT |
1 | VT op basis van inkomensvoorwaarden |
2 | VT op basis van een sociale uitkering |
Recht op OMNIO (van 1 juli 2007 tot 31 december 2013)
Waarde | Betekenis |
---|
0 | Geen recht op OMNIO |
1 | Recht op OMNIO |