| Waarde | Betekenis |
|---|
|
1 | De patiënt is tijdens de behandeling overleden of ligt in een coma. |
|
2 | Financiële noodsituatie van de patiënt. |
|
3 | Patiënt met WIGW-statuut, patiënt met een bruto belastbaar inkomen dat lager is dan het leefloon, langdurig werkloze of rechthebbende op verhoogde kinderbijslag. |
|
4 | Prestatie verricht in het kader van een akkoord dat voorziet in een forfaitaire betaling van bepaalde prestaties. |
|
5 | Prestatie verricht in in een centrum voor geestelijke gezondheidszorg, centrum voor gezinsplanning en seksuele voorlichting, of centrum voor opvang van drugsverslaafden. |
|
6 | Prestatie verricht in een inrichting gespecialiseerd in het verzorgen van kinderen, bejaarden of mindervaliden. |
|
7 | Prestatie verricht in het kader van een georganiseerde huisartsenwachtdienst. |
|
8 | Patiënt met een statuut Chronische Aandoening (PP3015, PP3016 of PP3017). |
|
P | Palliatieve patiënt. |
|
0 | Alle andere gevallen. |